vlak, punt, rechte, lijnstuk wiskunde-interactief.be

Vlakke meetkunde doen we in het vlak π (PI).
Dit is een oneindige verzameling van punten.
Het vlak loopt onbegrensd verder dan het blad waarop je tekent, of het computerscherm.

 punten:
 Punten stellen we voor door een stip.
 Voor de namen gebruiken we hoofdletters.  
 A, B, C D en E zijn punten en dus elementen van het vlak.van het vlak.
 
A π,  B π,   C π,   D π,   E π

 De punten A, B en C liggen op de rechte a: Aa, Ba en  Ca.
 De punten D en E liggen niet op de rechte a: Da en E a.

 Punten die op eenzelfde rechte liggen, noemen we collineair. : A, B en C zijn collineair.
 Punten die niet op eenzelfde rechte noemen we niet collineair. A, B en D zijn niet collineair.    
 

 rechten:
 Een rechte is een onbegrensde verzameling punten.
 Voor de namen gebruiken we ofwel kleine letters,
 ofwel de namen van twee punten op deze rechte.
 

 halfrechten:
 
Een halfrechte is langs een kant begrensd.
 Op een rechte a, die we drager noemen, kunnen we vanuit A twee halfrechten bepalen: [ AB  en [ AC.     
 
 lijnstukken:
 Een lijnstuk is langs twee kanten begrensd.
 Op een rechte a, die we drager noemen, kunnen we vanuit A het lijnstuk [AB] bepalen.
 De lengte van het lijnstuk [AB] noteren we als |AB|.
 
 midden:
 M is het midden van het lijnstuk [AB]:
 M AB en |AM| = |BM|.
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naar startpagina
naar sitemap