vlak, punt, rechte, lijnstuk wiskunde-interactief.be
Vlakke meetkunde doen we in het vlak π
(PI).
Dit is een oneindige verzameling van punten.
Het vlak loopt onbegrensd verder dan het blad waarop je tekent, of het
computerscherm.
punten: De punten A, B en C liggen op de
rechte a: A ∈ a, B
∈ a en C
∈ a. |
rechten: |
halfrechten: Een halfrechte is langs een kant begrensd. Op een rechte a, die we drager noemen, kunnen we vanuit A twee halfrechten bepalen: [ AB en [ AC. |
lijnstukken:
Een lijnstuk is langs twee kanten begrensd. Op een rechte a, die we drager noemen, kunnen we vanuit A het lijnstuk [AB] bepalen. De lengte van het lijnstuk [AB] noteren we als |AB|. |
midden:
M is het midden van het lijnstuk [AB]: M ∈ AB en |AM| = |BM|. |