oefeningen: telproblemen wiskunde-interactief.be

kerstfeestje

Een klasje van 12 leerlingen wil het jaar positief afsluiten en organiseert een wiskundig kerstfeestje.
De kennis van het kansrekenen wordt er op de proef gesteld.
Maak nu alvast de berekeningen, voor eventueel genuttigde spijs en drank het helder denken belemmeren…


  1. De 12 zitten aan een ronde tafel met 12 stoelen.
    Op hoeveel manieren kan dat

a)      als Bart naast Dries zit?

b)      Als Bart niet naast Dries zit?

oplossing 1


  1. Om de kerstsfeer te verhogen, bouwen ze een levende kerststal.
    Hiervoor moeten ze 5 acteursrollen invullen: Jezus, Maria, Jozef, een os en een ezel.
    Op hoeveel manieren kan dat ...

a)      zonder verdere bijkomende voorwaarden.

b)      als Benni niet Jezus speelt, want hij kan niet in de kribbe?

c)      als Tijl Maria speelt?

d)      Als Arne en Jens de dierenrollen op zich nemen?

oplossing 2


  1. Kerstmis zou Kerstmis niet zijn zonder pakjes.
    De 12 leggen hun pakjes onder de kerstboom en dan wordt er geloot wie wat krijgt.

a)      Als iedereen stipt 1 pakje meebrengt en krijgt,
   wat is dan de kans dat Tim zijn eigen pakje loot?

b)      Als iedereen stipt 2 pakjes meebrengt en krijgt,
   wat is dan de kans dat Tim minstens 1 eigen pakje loot?

oplossing 3


  1. Dan begint het te sneeuwen
    De 12 zetten hun feestvreugde even aan de kant en besluiten buiten de stoep sneeuwvrij te maken.
    Omdat er onvoldoende spaden en borstels zijn, zullen 3 dapperen de taak op zich nemen.  
    Er wordt geloot. Wat is de kans dat…

a)      Lennart erbij is?

b)      Erik er niet bij is, maar Paul wel?

oplossing 4


  1. Wat later op de avond spelen ze een behendigheidsspel met lege glazen.

    Ondanks het gevorderde uur is de kans dat het spel mislukt 1/3.
    Enkele moedigen spelen het 5 keer na elkaar.

a)      Wat is de kans dat bij Maarten enkel de 1e keer mislukt?

b)      Wat is de kans dat Jens 4 keer moet proberen eer het lukt?

c)      Wat is de kans dat Tom slechts 1 keer mislukt?

oplossing 5


  1. Uiteindelijk, op een gevorderd uur, besluiten ze naar huis te rijden. Ze zijn echter vergeten een Bob aan te duiden.
    Volgens een realistische schatting hebben 4 lln te veel gedronken.

            Maar de politie waakt en op weg naar huis komt de groep een controle tegen. Drie lln moeten blazen.
            Wat is de kans dat:

a)      minstens 1 dronken lln gepakt wordt?

b)      hoogstens 1 dronken lln gepakt wordt?

c)      alle 3 gecontroleerden dronken zijn?

d)      2 van de 3 gecontroleerden dronken zijn?

oplossing 6


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


oplossingen kerstfeestje:


1.    a) Bart zit naast Dries: 12 . 2 . P1087 091 200
       b) Bart zit niet naast Dries: 12 . 9 . P10391 910 400

terug naar oef 1


2.    Kerststal:

a) aantal stallen: V 5  = 95 040      
12
b) Benni niet Jezus: 11 . V 4  = 87 120 ofwel: alle mogelijke stallen - Benni speelt wel Jezus= 95 040 - 7920 = 87 120
11
c) Tijl is Maria: 1 . V 4  = 7 920  
11
d) Arne en Jens dier: 2 . V 3  = 1 440  
10

terug naar oef 2


3. Pakjes loten

a) P(Tim zijn pakje) = 1    = 0 .083
  12    
b) P(Tim minstens 1 eigen) =  1 -   C 2  =  0.163
22
C 2
  24  
terug naar oef 3

4. sneeuw ruimen

a) P(Lennart erbij) =    C . C 2             
1 11  
= 0,255
  C 3    
  12    
b) P(Erik niet, Lennart wel) = C 1 . C 2  
1 10  
  = 0,204
  C 3    
  12    

terug naar oef 4


5. Behendigheidsspel:

a) P( mislukt enkel 1ste keer) = 1/3 . 2/3 . 2/3 . 2/3 . 2/3  = 0,0658
b) P( moet 4 keer proberen) = P( mislukt eerste 3 keer ) = 1/3 . 1/3 . 1/3  = 0,037
c) P( mislukt 1 keer) = (1/3 . 2/3 . 2/3 . 2/3 . 2/3 ) . 5 = 0,329

terug naar oef 5


6. Alcoholcontrole

 a)  P(minstens 1) = 1 -    C 3                                             
8          
         = 0,745
C 3          
12          
b) P(hoogstens 1) =              = 0,764
C 3 + C 1 . C 2
8 4 8

    C 3    
  12    
c) P(alle 3) = C 3          
4          
         = 0,018
C 3          
12          
d) P(2 van de 3) = C 2 . C 1      
4 8      

    = 0.218
 

C

3        
  12        

terug naar oef 6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Plopsaland

De 6dejaars van Immaculata studeren af en dat zullen ze geweten hebben…
De klas richt door loting een feestcomité op en broeit al op een aantal activiteiten.
De klas organiseert zeker een uitstap. Als suggesties komen Bobbejaanland, Plopsaland en Robland naar voor.
Met overweldigende meerderheid de klas voor Plopsaland:

Thomas - Steven - Sarah - Anthony - Frederik - Renske - Tom - Bart - Christophe
Jens - Kimberly - Andy - Jorgen - David - Ilse - Iris - Bart - Jens - Bart - Valerie

 


  1. Het feestbestuur zal 4 leden tellen.
    Op hoeveel manieren kan dat als:

a)      er geen verdere voorwaarden of beperkingen zijn?

b)      Christoph wegens te druk met fietsen niet in het bestuur zit?

c)      Kimberly alleen in het bestuur wil zitten als Sarah ook in het bestuur zit?

d)      er minstens drie meisjes willen inzitten?

oplossing 1


  1. Plopsaland is verdeeld in verschillende attractiezones.
    Op hoeveel manieren kan je je dag Plopsaland samenstellen als je uit elke zone één attractie kiest
    .
     

    inkomzone

    Wizzy & woppy

    Ploptuin

    Piratenzone

    Kasteelzone

    Kermis

    -kinderdisco
    -verkeerspark
    -monorail
    -Plopsa- express
    - dansfonteinen

    -rollerskater
    -de Vaat
    -Dongo’s race
    -Koffiekopjes

    -Ploptuin
    -springkasteel
    -vleermuis
    -de eenden
    -ballenbad
    -glijbaan

    -supersplash
    -piratenboot
    -storm op zee
    -hangbrug
    -waterfietsen

    -De draak
    -koning Samson
    -Panoramic

    -Caroussel
    -brandweer
    -Wienerwalz
    -space
    -safari
    -ballonrace
    -klein theater
     

oplossing 2


  1. De klasgroep vertrekt voor dag en dauw met z’n 20 en komt als eerste groep aan in De Panne.
    Ze kunnen elk hun rugzakje in een apart lockertje steken
    .

a)      Op hoeveel manieren kan dat als je weet dat er 100 lockertjes zijn?

b)      Op hoeveel manieren kan dat als ze besluiten voor de gemakkelijkheid
   enkel de eerste 20 lockertjes te gebruiken
?

oplossing 3


  1. Het comité kan 10 bons bemachtigen voor een gratis middagmaal in Mr. Spaghetti,
    het gezellige restaurant van Alberto. De bons worden verloot in de klas.
    De anderen zullen moeten betalen.

    Wat is de kans dat:

a)      er minstens één Jens een bon loot?

b)      alle meisjes van de klas een bon loten?

c)      David geen bon loot?

oplossing 4


  5.     Wizzy & Woppy houden niet van afwassen.
          Ze hebben zich dan ook samen met hun vriendjes Kasha en Dongo stiekem tussen de vaat verstopt, elk in één kopje.
          Kleine porseleinen bootjes nemen het ganse gezin mee op een rustig, kabbelend tochtje langs 10 reuzengrote potjes
          waarin de speelvogels verstopt zitten. Wie vindt ze?
         Je licht de dekseltjes op van 5 potjes.
        

         Wat is de kans dat je

a)      geen speelvogel vindt?

b)      alle speelvogels vindt?

c)      hoogstens één speelvogel vindt?

oplossing 5


   6.    Renske bedenkt dat ze haar fototoestel in haar lockertje heeft laten liggen, maar ze is wel het nummer vergeten.
          Met een loper van de verantwoordlijke staat ze voor de 20 lockertes waarin de rugzakjes liggen.
          Ze gokt op goed geluk.
          Wat is de kans dat

a)      ze meteen het juiste nummer kiest?

b)      de derde keuze de juiste is?

c)      zoals je had kunnen denken, het laatste lockertje het juiste is?

oplossing 6


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


oplossingen Plopsaland:


1.    feestbestuur

a) bestuur met 4: C 4                     = 4 845      
20    
b) Christoph niet: C 4          = 3 876  
19        
c) Kimberly enkel als Sarah: C 4 +C 2 . C 2  = 4 029  
18 2 18
d) minstens drie meisjes: C 3 . C 1 + C 4  =    295  
6 14 6

terug naar oef 1


2.    dagindeling:

aantal mogelijkheden: 5 . 4 . 6 . 5 . 3 . 7 = 12 600

terug naar oef 2


3. lockertjes

a) aantal mogelijkheden =      V 20    = 1,3 . 1039
100  
b) aantal als enkel eerste 20 =     P    =  2,43 . 1018
20
terug naar oef 3

4. restaurantbons

a) P(minstens 1 Jens) = 1 - P (geen) = 1 -      C 10       
18  
= 0,76
   C 10    
20    
b) P(alle meisjes een bon) = C 6 . C 4  
6 14  
  = 0,0054
  C 10    
  20    
b) P(David geen bon) =    C 10  
19  
  = 0,5
   C 10    
20    

terug naar oef 4


5. Speelvogels:

 a)  P(geen) =    C 5                                             
6          
         = 0,0238
C 5          
10          
b) P(alle) =              = 0,0238
       C 4 . C 1
4 6

      C 5    
10    
d) P(hoogstens 1) = C 5 + C 1 C 4  
6 4 6  

= 0.26
 

C

5        
  10        

 

terug naar oef 5


6. welk lockertje?

a) P(meteen juiste) =    1                                            
20            

b) P(derde is juiste) =

19  . 18 . 1           = 1
20 19 18 20

b) P(laatste is juiste) =

19

. 18  ... 2  1       = 1
20 19 3  2 20

terug naar oef 6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

sneeuwwitje en de zeven dwergen

tony, kenny, matty, bartje, timmy, willy en jerry


  1. De zeven dwergen hebben elk een eigen stoeltje met hun naamplaatje. Ze willen de stoeltjes een nieuw kleurtje geven.
    In hun bergruimte vinden ze verfpotten met 5 verschillende kleuren.
    Hoeveel mogelijkheden hebben ze samen in het totaal om hun stoeltjes te schilderen?

oplossing 1


  1. Sneeuwwitje heeft met de dwergen een slaapregeling.:
    De dwergen hebben zes bedjes, de zevende slaapt in het grote bed bij sneeuwwitje.
    Zo slaapt, in een wisselende beurtrol, elke dwerg één keer per week in het grote bed.
    Hoeveel verschillende beurtrollen kan sneeuwwitje maken 
        

a)      zonder verdere bijkomende voorwaarden.

b)      als tony 's maandags in het grote bed slaapt?

c)      als ze 's zondags niet met bartje slaapt?

d)      kenny en timmy het weekend op zich nemen?

oplossing 2


  1. Er moet ook gewassen en gestreken worden in huis.
    Dat is een wekelijkse klus voor 4 van de dwergen.
    Sneeuwwitje duidt telkens de klussers aan.
    Op hoeveel manieren kan dat als

a)      willy en matty zeker meedoen?

b)      timmy niet meedoet maar jerry wel?

c)      bartje en kenny niet meedoen?

oplossing 3


  1. Een vriendelijke oude vrouw brengt een mand met 30 appelen.
    Wat sneeuwwitje en de dwergen niet weten (maar jullie wel)
    is dat er 3 appelen vergiftigd zijn.
    Bij het eten nemen sneeuwwitje en de dwergen ieder een appel.
    Wat is de kans dat:

a)      minstens 1 appel vergiftigd is?

b)      hoogstens 1 appel vergiftigd is?

c)     alle vergiftigde appels opgegeten worden?

oplossing 4


  1. In diepe verslagenheid verzonken, horen ze buiten plots een hels kabaal.
    Ze rennen met zeven het huis uit, en zonder kijken graaien ze haastig een mutsje mee.
    Wat is de kans dat daarbij:

a)      iedereen zijn eigen mutsje meegraait?

b)      jerry zijn eigen mutsje meegraait.?

oplossing 5


  1. Gelukkig is het de prins die aangereden komt op zijn paard.
    Hij kust sneeuwwitje weer tot leven en herstelt de vreugde...
    Maar tegenover de dwergen gedraagt hij zich heel wat minder sympathiek.
    Hij vindt het leuk om met de overgebleven appelen naar de mutsjes van de dwergen te mikken.
    Hij heeft daarbij 1 kans op 3 om raak te treffen. Hij gooit 5 keer.
    Wat is de kans dat de prins

a)      enkel de eerste keer mist?

b)      4 keer moet proberen eer hij raak treft?

c)      slechts 1 keer mislukt?

oplossing 6


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


oplossingen sneeuwwitje:

1.    stoeltjes verven: 5 . 5 .  ...  . 5 = 57 =   78 125

terug naar oef 1


2.    a) beurtrollen: P7 5 040
       b) tony 's maandags: 1 . P672
       c) 's zondags niet bartje: 6 . P64 320
 
      d) kenny en timmy het weekend: 2 . P5240

terug naar oef 2


3.    4 dwergen strijken:

a) willy en matty: C 2  . C   2      = 1 . 10 = 10    
2 5
b) timmy niet jerry wel  : C 1  . C 3  = 1 . 10 = 10
1 5
c) bartje en kenny niet: C 4      = 5
5    

terug naar oef 3
 


4. vergiftigde appels

a) P(minstens 1) =  1 -  P(geen) = 1 -    C 8        =  1 - 0.379 = 0.621
27      
  C 8      
  30        
b) P(hoogstens 1) =    C 8 + C 1  . C    7      =  0.834
27 3 27
       C 8    
    30      
c) P(alle vergiftigde) =    C 3 . C 5  =  0.0138
3 27
  C 8  
  30    

terug naar oef 4


5. Behendigheidsspel:

a) P( iedereen eigen mutsje ) = 1/ 7!  = 0,000 198
b) P( jerry ) =  1/7 . 1/3 . 1/3  = 0,14
 

terug naar oef 5


6. mikken naar mutsjes

a) P( mislukt enkel 1ste keer) = 2/3 . 1/3 . 1/3 . 1/3 . 1/3  = 0,0082
b) P( moet 4 keer proberen) = P( mislukt eerste 3 keer ) = 2/3 . 2/3 . 2/3  = 0,2962
c) P( mislukt 1 keer) = (2/3 . 1/3 . 1/3 . 1/3 . 1/3 ) . 5 = 0,041

terug naar oef 6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

naar startpagina
telproblemen

kerstfeestje
Plopsaland
sneeuwwitje