getallen afronden   wiskunde-interactief.be

                                                             


Op het winkelrek bij de bakker lees je onder een brood '800 g'.
Natuurlijk weet je dat geen enkel van deze broden exact 800 g weegt, maar misschien 792,48854 g of 805,63891 g.
800 g is een afronding. Bij de bakker willen we enkel weten of het een 'groot' brood is, een 'klein', of iets daartussenin .
Maar soms zijn we juist wel geïnteresseerd in getallen na de komma.
Een deurhoogte van 2,20 m rond een architect op zijn plan best niet af op een meter nauwkeurig.
Waarom en hoe we afronden hangt af van de situatie.

Maar hoe rond je af en hoe omschrijf je de afronding?

  Bij het afronden van een getal kijk je enkel naar het eerste cijfer dat je weglaat:     
  - is dit kleiner dan 5, dan rond je af naar beneden
  - is dit 5 of meer, dan rond je af naar boven  

  Schrijf je geen eenheden maar enkel tientallen, dan rond je af 'op een tiental'.
  Schrijf je geef cijfers na de komma, dan rond je af 'op de eenheid'.
  Schrijf je 1 cijfer na de komma, dan rond je af 'op een tiende' of 'op 1 decimaal'.
  Schrijf je 2 cijfers na de komma, dan rond je af 'op een honderdste' of 'op 2 decimalen'.   
  ...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

naar startpagina
naar sitemap
reële getallen

 

oefeningen reele getallen