rekenen met machten wiskunde-interactief.be
machten
met hetzelfde grondtal vermenigvuldigen en delen
macht van een som - product - quotiënt
- macht
De macht van de som ≠ de som van machten. | (a + b) n ≠ an + bn | |||||||||
De macht van het product = het product van machten | (a . b) n = an . bn | |||||||||
De macht van een quotiënt = het quotiënt van de machten. |
|
|||||||||
De macht van
een macht = de macht met het product van de exponenten als exponenten |
(am) n = am . n | |||||||||
In
al deze formules zijn a en b reële getallen, verschillend van 0. n is een natuurlijk getal. |
We kennen: | We weten ook: | ||
Hieruit vinden we: |
We definiëren:
Hierin is a een reëel
getal, verschillend van 0. |
Met deze uitbreiding naar negatieve machten kunnen we rekenregels voor
machten veralgemenen.
De rekenregels voor natuurlijke exponenten gelden bij uitbreiding ook voor
gehele exponenten.
a0
Met de definitie voor negatieve exponenten kunnen we duidelijk
illustreren waarom we a0 definieerden als1
Als we de tabel volgen van links naar rechts merk je dat we telkens delen door
a:
a3 |
a2 |
a1 |
a0 |
a-1 |
a-2 |
a-3 |
a . a . a |
a . a |
a |
1 |
1/a |
1/(a . a) |
1/(a . a . a) |
overzicht machten met gehele exponenten:
an =
a . a ... a (n factoren)
(a + b) n ≠ an + bn (a . b) n = an . bn
(am) n = am . n
a0 = 1 (am) n = am . n
|
teken van een macht
Is b.v.
(- 2)198 positief of negatief?
De macht is een product van 198 factoren.
We kunnen dus het teken afleiden uit de tekenregel voor het product van getallen: | ||
even exponenten: | oneven exponenten: | |
22 = 2 . 2 = 4
(-2)2 = (-2) . (-2) = 4 Zo ook: 24 = (-2)4 = 16 het resultaat is steeds positief |
23 = 2 . 2 . 2 = 8
(-2)3 = (-2) . (-2) . (-2) = - 8 Zo ook: 25 = 32 maar (-2)5 = -32 het teken hangt af van het teken van het grondtal |
Algemeen:
- Een
macht an met een even exponent n is steeds positief.
- Een macht an met een
oneven
exponent n heeft hetzelfde teken als het grondtal a. |
Let op:
minteken voor de macht:
- 24 = - ( 24) = - 16
terwijl (- 2)4 = 16
twee mintekens:
- ( - 2)4 = - (16) = - 16
- ( - 2)3 = - (-8) = 8
Twee mintekens
heffen elkaar niet zomaar op!
Reken steeds stap voor stap en werk eerst de haakjes uit.
- negatieve exponent: 2-3 = | 1 | = | 1 | de negatieve exponent bepaalt wel de uitkomst, maar niet het teken. |
23 | 8 |
naar startpagina |
hetzelfde grondtal |