som- en
verschilformules
wiskunde-interactief.be
cos(α
- β
)
Op een goniometrische cirkel bepalen de punten P en Q de hoeken
α en β.
We kunnen de lengte van het lijnstuk |PQ| berekenen
- links: met de cosinusregel als de zijde van een willekeurige driehoek
- rechts: met de afstandsformule, want we kennen de coördinaten van P en Q.
|PQ|² = |OP|² +
|OQ|² - 2 |OP|. |OQ| . cos(α
- β
) de straal van een goniometrische cirkel = 1, dus |PQ|² = 1 + 1 - 2 . 1 . 1 . cos(α - β ) |PQ|² = 2 - 2 . cos(α - β ) |
|PQ|² = (cos
α
- cos β
)² + (sin α
- sin β
)² |PQ|² = cos² α - 2.cos α. cos β + cos² β + sin² α - 2.sin α. sin β + sin² β we herschikken de termen: |PQ|² = cos² α + sin² α + cos² β + sin² β - 2.cos α. cos β - 2.sin α. sin β we passen de formule toe: cos² α + sin² α= 1 |PQ|² = 1 + 1 - 2.cos α. cos β - 2.sin α. sin β |PQ|² = 2 - 2.cos α. cos β - 2.sin α. sin β |PQ|² = 2 - 2.(cos α. cos β + sin α. sin β) |
wanneer we beide berekeningen aan
elkaar gelijkstellen, krijgen we : 2 - 2 cos(α - β ) = 2 - 2.(cos α. cos β + sin α. sin β) - 2 cos(α - β ) = - 2.(cos α. cos β + sin α. sin β) cos(α - β ) = cos α. cos β + sin α. sin β meteen hebben we een formule voor het verschil van twee hoeken |
cos(α - β ) = cos α. cos β + sin α. sin β |
cos(α + β )
α
+ β = α - (
- β )
Hierop kunnen we de verschilformule voor cosinus toepassen:
cos(α
- (-β)
) = cos
α.
cos (-β) + sin
α.
sin (-β)
Tegengestelde hoeken hebben gelijke
cosinus en tegengestelde sinus:
cos(α + β
) = cos
α.
cos β - sin
α.
sin β
cos(α + β ) = cos α. cos β - sin α. sin β |
sin(α
+ β )
We steunen op de eigenschap van complementaire
hoeken: sin α
= cos ( π/2 - α )
sin ( α
+ β ) =
cos ( π/2 -(
α
+ β ) )
We werken nu de haakjes van het
rechterlid uit:
sin ( α
+ β ) =
cos ( π/2 - α
- β ) )
We mogen haakjes invoeren als volgt:
sin ( α
+ β ) =
cos (
(π/2 - α)
- β ) )
Hierop kunnen we de verschilformule voor cosinus toepassen:
sin ( α
+ β ) =
cos
(π/2 - α) .
cos (-β) + sin
(π/2 - α) .
sin (-β)
We steunen opnieuw op de eigenschap van
complementaire hoeken: sin α
= cos ( π/2 - α )
sin ( α
+ β ) =
sin α. cos β
+ cos α.
sin β
sin(α + β ) = sin α. cos β + cos α. sin β |
sin(α
- β )
α
- β = α + (
- β )
Hierop kunnen we de somformule voor sinus toepassen:
sin ( α + (
- β ) ) = sin
α. cos (-β)
+ cos α.
sin (-β)
tegengestelde hoeken hebben gelijke cosinus en tegengestelde sinus
sin ( α -β ) =
sin α. cos β
+ cos α. (-
sin β)
sin ( α -β ) =
sin α. cos β
- cos α. sin
β
sin(α - β ) = sin α. cos β - cos α. sin β |
overzicht som- en verschilformules
cos(α - β ) = cos α. cos β + sin α. sin β cos(α + β ) = cos α. cos β - sin α. sin β sin (α - β ) = sin α. cos β - cos α. sin β sin(α + β ) = sin α. cos β + cos α. sin β |
We kunnen in verschillende combinaties de som- en verschilformules
bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken:
sin(α
+ β
) = sin
α. cos β
+ cos α.
sin β
+ sin(α
- β
) = sin
α. cos β
- cos α.
sin β
sin(α
+ β
) + sin(α
- β
) = sin
α.
cos β
+ cos α.
sin β
+
sin
α.
cos β
- cos α.
sin β
zodat:
sin(α
+ β
) + sin(α
- β
) = 2 . sin α.
cos β
sin(α
+ β
) = sin
α. cos β
+ cos α.
sin β
- sin(α
- β
) = - sin
α. cos β
+ cos α.
sin β
sin(α
+ β
) - sin(α
- β
) = sin
α.
cos β
+ cos α.
sin β
-
sin
α.
cos β
+ cos α.
sin β
zodat:
sin(α
+ β
) - sin(α
- β
) = 2 . cos α. sin
β
cos(α
+ β
) = cos
α.
cos β - sin
α.
sin β
+ cos(α
- β
) = cos
α.
cos β + sin
α.
sin β
cos(α
+ β
) + cos(α
- β
) = cos
α.
cos β
- sin α.
sin β
+
cos
α.
cos β
+ sin α.
sin β
zodat:
cos(α
+ β
) + cos(α
- β
) = 2 . cos α.
cos β
cos(α
+ β
) = cos
α.
cos β - sin
α.
sin β
- cos(α
- β
) = - cos
α.
cos β - sin
α.
sin β
cos(α
+ β
) - cos(α
- β
) = cos
α.
cos β
- sin α.
sin β
-
cos
α.
cos β
- sin α.
sin β
zodat:
cos(α
+ β
) - cos(α
- β
) = - 2 . sin α. sin
β
We stellen nu α
+ β
= x en α
- β
= y.
Optellen en aftrekken van beide gelijkstellingen geeft als resultaat:
+ | α
+ β
= x (α - β = y) |
- | α
+ β
= x (α - β = y) |
2α = x + y | 2β = x - y | ||
α = x + y | β = x - y | ||
2 | 2 |
De vier eerdere formules met α en β kunnen we nu schrijven met x en y:
|
cos(α
- β
) |