intrestberekening wiskunde-interactief.be
Bij het afbetalen van een lening
- lossen we het ontleende bedrag af in meerdere termijnen
- moeten we bovendien jaar na jaar intrest betalen op het nog verschuldigde
bedrag.
Het volledige bedrag van de termijn gaat niet rechtstreeks van het ontleende
bedrag af.
De termijn a bestaat immers uit een aflossingsbestanddeel en een
rentebestanddeel.
Deze blijven niet noodzakelijk constant tijdens het hele verloop.
In het onderstaande applet volgen we een lening van
€
2500,
die terugbetaald wordt op 10 jaar, tegen een rentevoet van 5%.
We merken dat
- de rentebestanddelen dalen (want rente =
5% van een steeds dalend schuldsaldo)
- de aflossingsbestanddelen stijgen (rente +
aflossing = constant en rente daalt steeds)
Lening met constante termijnen
We lenen € 2500. De rentevoet is 5% en we betalen deze lening af in 10
constante jaarlijkse termijnen.
De afbetaling komt neer op een annuďteit. We gebruiken de formules voor Apost.
Hoe verloopt het afbetalen van deze lening gedurende de 10 jaar?
We brengen het
verloop in een aflossingstabel.
Stap 1 - berekenen van de termijn (a):
A post = a . | u n - 1 |
i . un |
Uit de formule voor Apost berekenen we de termijn a.
Deze is constant gedurende de 10 jaar.
Mensualiteiten: n:
het aantal terugbetalingen vermenigvuldig je met 12. aflossingstabel in Excel Lening met
eenmalige aflossing Stap 1 - aflossingen en schuldsaldi:
Lening met
constante aflossing We lenen € 2500. De rentevoet is 5%. Elk jaar lossen we eenzelfde bedrag af
van onze schuld. Stap 1 - aflossingen en schuldsaldi:
Stap 2 - berekenen van rente, aflossing en schuldsaldo voor jaar
1:
Het eerste rentebestanddeel bedraagt 5% van € 2500 (het
totaal geleend bedrag)
Stap 3 - berekenen van aflossingsbestanddelen en schuldsaldi
De aflossingsbestanddelen vermeerderen met een factor u (
= telkens x 1,05 ).
Elk jaar vermindert het schuldsaldo met de aflossing van dat jaar.
Stap 4 - berekenen van rentebestanddelen
Termijn = rente + aflossing. Hieruit vinden we voor elk
jaar: renten = termijn - renten
Wanneer een lening in maandelijkse termijnen terugbetaald wordt,
spreken we van een mensualiteit.
Je gebruikt dan dezelfde formules, maar houdt rekening met
gelijkwaardige rentevoeten:
u12 bereken je als de
12de machtswortel van de rentefactor u
i12 = u12
-1
In de praktijk gebeuren betalingen meestal maandelijks. We spreken dan
van
mensualiteiten i.p.v. annuďteiten.
Voor de tabel betekent dit dat we de jaarlijkse rentevoet moeten omrekenen naar
een maandelijkse rentevoet.
De tabel wordt natuurlijk heel wat langer.
Een programma als Excel leent zich uitstekend om aflossingstabellen te
programmeren.
Zo kunnen we de tabel gebruiken met verschillende rentevoeten, looptijden,
aantal betalingen per jaar...
Hoe verloopt het afbetalen van deze lening gedurende de 10 jaar? We brengen het
verloop in een aflossingstabel.
Gedurende 9 jaar betalen we slechts rente.
De aflossingen blijven dan 0. Het schuldsaldo blijft het geleende
bedrag.
Het 10e jaar betalen we het totale geleende bedrag terug. Het
schuldsaldo wordt 0
Stap 2 - berekenen van rentes:
As we 9 jaar lang niets terugbetalen van het geleende bedrag,
blijft de rente onveranderd 5% van het geleende bedrag € 2500.
Stap 3 - berekenen van termijnen:
Termijn = rente + aflossing.
Hoe verloopt het afbetalen van deze lening gedurende de 10 jaar?
We brengen het verloop in een aflossingstabel.
Gedurende 10 jaar lossen we 1/10e van de schuld af.
De aflossingen zijn dus voor de 10 jaar gelijk aan 1/10 van het geleend
bedrag.
Het schuldsaldo vermindert telkens met de aflossing.
Stap 2 - berekenen van rentes:
De rente is telkens 5% van het schuldsaldo.
Voor jaar 1 is dat 5% op het geleende bedrag € 2500, voor jaar 2 wordt
het 5% op schuldsaldo 1 enz.
Stap 3 - berekenen van termijnen
Termijn = rente + aflossing.
leningen |
oef financiele algebra |