In het applet kan je het experiment 'gooien met een dobbelsteen' meerdere
keren
uitvoeren:
Het experiment heeft 6 mogelijke uitkomsten, alle even gelijkwaardig.
Verhoog je het aantal worpen, dan verkleint de kans op uitschieters.
De resultaten zullen de theoretische kansen
benaderen.
In het applet kunnen we het experiment 'gooien met twee dobbelstenen' meerdere
keren
herhalen.
Als resultaat tellen we het totaal aantal ogen op de twee stenen:
Het experiment heeft 11 mogelijke uitkomsten, maar ze zijn niet alle even
gelijkwaardig.
Wanneer we het blijven herhalen, zullen de resultaten de theoretische kansen
benaderen.
De grootte van deze kansen vinden we door opsomming:
uitkomst | mogelijkheden | kans |
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 |
11 12 21 13 31 22 14 41 23 32 15 51 24 42 33 16 61 25 52 34 43 26 62 35 53 44 36 63 45 54 46 64 55 56 65 66 |
1/36 = 0,0278 2/36 = 0,0556 3/36 = 0,0833 4/36 = 0,111 5/36 = 0,1389 6/36 = 0,1667 5/36 = 0,1389 4/36 = 0,111 3/36 = 0,0833 2/36 = 0,0556 1/36 = 0,0278 |
Om een overzicht te krijgen van de verschillende uitkomsten, hun kansen, het
gemiddelde resultaat, de afwijking ...
voeren we het begrip kansverdeling in
kansverdelingen
Voorbeeld
Je krijgt 3 meerkeuzevragen, telkens met 4 mogelijke antwoorden.
Per juist antwoord krijg je 1 punt, per fout antwoord - 0,5 punt.
- Welke score kan je verwachten als je 3 keer gokt?
- Wat is de kans op 0, 1, 2 of 3 juiste antwoorden?
Stochast
Bij de uitkomsten van dit gokexperiment hoort een getal (= de score op de
vraag).
Zo krijgen we een functie.
Deze functie noemen we stochast of
toevalsvariabele.
Een overzicht van wat ons gokken kan opleveren krijgen we in volgend
boomdiagram:
verloop | score | kans | |
JJJ JJF JFJ JFF FJJ FJF FFJ FFF |
3 1,5 1,5 0 1,5 0 0 -1,5 |
0,253 0,252 . 0,75 0,252 . 0,75 0,25 . 0,752 0,252 . 0,75 0,25 . 0,752 0,25 . 0,752 0,753 |
Kansverdeling
De verwachte score en de bijhorende kansen stellen we voor in een tabel.
We noemen deze tabel de kansverdeling van de
stochast.
xi | -1,5 | 0 | 1,5 | 3 |
P(X = xi) | 1 . 0,753
= 0,422 |
3 . 0,25 . 0,752
= 0,422 |
3 . 0,252 .
0,75
= 0,141 |
1 . 0,253
= 0,016 |
Gemiddelde en standaardafwijking
De te verwachten score op deze meerkeuze test vinden we als volgt:
- We vermenigvuldigen alle resultaten met hun kans.
- We maken de som van deze producten.
We noemen deze waarde het gemiddelde of
de verwachtingswaarde van de stochast.
Naast het gemiddelde kunnen we ook de standaardafwijking berekenen:
- De variantie is de gemiddelde kwadratische afwijking t.o.v. het gemiddelde:
Var(X) = [-1,5 - (-0,373)]2. 0,422 + [0 -
(-0,373)]2 . 0,422 + [1,5 - (-0,373)]2.
0,141 + [3 - (-0,373)]2. 0,016 = 1,266
- De standaadafwijking is de vierkantswortel
uit de variantie dus σ = √ Var(X) = √1,266 = 1,125
een stochast met k verschillende uitkomsten
heeft als:
- kansverdeling
Vermenigvuldig alle resultaten met hun kans en maak de som van
deze producten.
Bereken de kwadraten van de afwijkingen t.o.v. het gemiddelde,
vermenigvuldig ze met hun kans en tel daarna deze producten op) - standaardafwijking = σ = √ Var(X) Bereken de vierkantswortel uit de variantie |
uniforme kansverdeling
Het experiment 'werpen van een dobbelsteen' heeft 6 uitkomsten.
De uitkomsten, elk met hun kans, stellen we voor in een kansverdeling:
xi 1 2 3 4 5 6
P(X=xi) 1/6 1/6 1/6 1/6 1/6 1/6
De kans op elke van deze uitkomsten is gelijk: 1/6.
We spreken dan van een uniforme kansverdeling.
Algemeen:
In een uniforme kansverdeling heeft elke waarde
eenzelfde kans:
De kansverdeling ziet er uit als volgt: xi x1 x2 ... xn P(X=xi) 1/n 1/n ... 1/n De verwachtingswaarde is:
|
Bijzondere kansverdelingen zijn o.a. de binomiale verdeling en de normale verdeling.
naar
startpagina |
gelijke kansen |