onderlinge ligging vlakken wiskunde-interactief.be
Niet-samenvallende vlakken kunnen evenwijdig zijn of snijdend. Je kan de onderlinge ligging berekenen in het CAS-venster.
evenwijdige vlakken Een vlak α gaat door een punt P1 = (1, 2, 4) en heeft als stel richtingsgetallen (2, 5, 1) en (3, -2, 1). Een vlak β gaat door een punt P2 = (1, 3, 1) en heeft als stel richtingsgetallen (5, 3, 2) en (-6, 4, -2). De vergelijking van de vlakken bereken je door de determinant van de uitgebreide matrix gelijk te stellen aan 0. De doorsnede van beide vlakken kan je op twee manieren berekenen: - met de opdracht Snijpunten[ α , β ] : De doorsnede is leeg. - door de echelonmatrix te berekenen van de uitgebreide matrix uit de vergelijkingen van beide vlakken: De onderste rij van deze matrix illustreert dat het stelsel strijdig is. Er is geen oplossing, dus lopen de vlakken evenwijdig. snijdende vlakken Een vlak α gaat door een punt P1 = (1, 2, 4) en heeft als stel richtingsgetallen (2, 5, 1) en (3, -2, 1). Een vlak γ gaat door een punt P2 = (2, -1, -3) en heeft als stel richtingsgetallen (-1, 3, 2) en (4, 3, -1). De vergelijking van de vlakken bereken je door de determinant van de uitgebreide matrix gelijk te stellen aan 0. De doorsnede van beide vlakken kan je op twee manieren berekenen: - met de opdracht Snijpunten[ α , γ ] : De oplossing is: x = -489/58 + 59/29z en y = -463/58 + 138/29 z. - door de echelonmatrix te berekenen van de uitgebreide matrix uit de vergelijkingen van beide vlakken: De onderste rij van deze matrix illustreert dat het stelsel 1 maal onbepaald is. Wanneer we z vrij kiezen, lezen we voor x en y dezelfde oplossing af als met de opdracht Snijpunten[].
naar startpagina naar sitemap vectoren ruimtecoordinaten richtingsgetallen vgln van rechten vgln van vlakken
evenwijdige vlakken snijdende vlakken
oefeningen